woensdag 12 februari 2014

Ziekenhuisopname

Nadat eerst Anke in het ziekenhuis werd opgenomen vanwege malaria (zaterdag), volgde een dag later Renée en diezelfde nacht ook ik...

Die zondagavond had ik krampen in mijn maag die maar niet leken over te gaan. Eerst had ik nog een beetje proberen te slapen, maar toen ik opstond om een pilletje te nemen, moest ik naar het toilet en werd ik daar overvallen door misselijkheid. Een beetje later moest ik ook heel erg overgeven en toen ik me daarna nog steeds niet beter voelde, besloot ik maar het zekere voor het onzekere te nemen en naar het ziekenhuis te gaan. Gelukkig stonden Delphine en Kaat voor me klaar om vervoer te regelen (het was namelijk midden in de nacht) en eenmaal in het ziekenhuis alle praktische zaken in orde te brengen. 

Hoe ziek ik ook was – constant buien van misselijkheid, diarree en overgeven – ik moest me eerst laten registreren in het ziekenhuis. Daarna moest ik bloed laten trekken voor onderzoek en pas als dat gebeurd was, keken ze voor een kamer voor me. Aangezien Anke en Renée al in het ziekenhuis lagen, was het niet meer dan logisch dat ik ook op hun kamer zou liggen. Gelukkig maar, want die publieke zalen waren om schrik van te krijgen...

De nachtverpleger (slechts één voor het hele ziekenhuis) kwam een infuus aanleggen – wat deed dat zeer zeg – en gaf me een baxter tegen de misselijkheid. O ja, zowel de medicatie als de registratie moesten vooraf betaald worden. Geen geld op zak = geen behandeling. 


De rest van de nacht ging het al heel wat beter met me. Gedurende de volgende dag kwamen afgewisseld een groepje verplegers en een dokter langs. Heel vervelend is dat je zelf telkens moet vragen wat je nu eigenlijk hebt (bij mij was het een bacteriële infectie) en wat er in de medicatie zit die ze je constant toedienen. Eén persoon vertelde ons zelf dat ze in Ghana zich baseren op de symptomen en pas later op de testresultaten. Je wordt dus behandeld vooraleer ze weten wat je precies hebt.

De dokter en een verpleegster op bezoek.
Links: Renée. Rechts (buiten beeld): ik.



Ik ben er uiteindelijk nog een nacht moeten blijven en heb nu nog wat pillen gekregen die ik moet uitnemen. Toen we naar huis mochten (Renée mocht op hetzelfde moment naar huis als ik), moesten we eerst de rekening betalen, alvorens een verpleger het infuus uit onze hand wou halen. Blijkbaar lopen er hier op straat soms mensen rond met een infuus in hun hand, tot ze genoeg geld hebben verzameld om hun ziekenhuisrekening te betalen.

De hele ervaring was een beetje dubbel. Enerzijds was ik zo blij dat ik geholpen werd, maar anderzijds was ik toch wat wantrouwig tegenover de medicatie die ik toegediend kreeg. In ieder geval ben ik nu weer beter - geen zorgen maken dus – en hoop ik dat ik het ziekenhuis vanaf nu kan vermijden.



Gezonde groetjes, Yasmine.


PS: Alsof er nog niet genoeg Belgen gesneuveld waren, kregen Glenn en Kaat dan ook nog eens een motorongeluk (onderweg naar het ziekenhuis). Glenn bestuurde de motor en Kaat zat achterop. Een andere motor sloeg plotseling af, waardoor Glenn en Kaat botsten, meegesleurd werden en in “de goot” (een diepe put aan de zijkant van de weg) belandden. Glenn had niets, maar Kaat hield er een schaafwonde en een brandwonde aan over (van de uitlaat). De apotheker weet dus al duidelijk wie de twee nieuwe Belgen in Kpando zijn ;-).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten